Cabaretier Herman Berkien.

Cabaretier Herman Berkien.

Herman Berkien in de lijst der lijsten? ‘Stem Utereg me stadsie in de Top 2000!’

Vanaf vandaag kan er worden gestemd voor de Top 2000. Hoe mooi zou het zijn als Herman Berkien daarin een plekje krijgt en zijn evergreen ‘Utereg me stadsie’ ergens tussen kerst en de jaarwisseling voorbijkomt in de lijst der lijsten?

Joop de Jager vindt het de hoogste tijd dat Berkien, de zanger en moppentapper die overleed in 2005, deze eer wordt toebedeeld. „Zie het als een ode aan Herman en tegelijk als een uiting van liefde voor de stad en het Utrechts dialect. Want uit zo’n beetje elke regio klinkt er in de Top 2000 een liedje in de taal van die streek, behalve uit Utrecht. Dat moet nu maar eens veranderen.”

En daarom start Joop de Jager (70) zijn campagne ‘Utereg me stadsie in de Top 2000’. Via Facebook, Instagram en een website nodigt hij mensen uit hun stem dit keer niet alleen te gunnen aan Queen, The Eagles of Led Zeppelin, maar ook aan het Utrechts dialect. Zoals dat onversneden klonk uit de mond van Herman Berkien: ‘Utereg me stadsie daar gebeurt van allehand, ’t bruis an alle kant in ’t hartje van ’t land’... enzovoorts.

Titelsong van de tekenfilmserie Pokémon

Het is vaker geprobeerd, met wisselend succes: de eindejaarslijst beïnvloeden door gericht actie te voeren voor een bepaald liedje. In 2005 was het toenmalig student in Utrecht Wisse ten Bosch die het voor elkaar kreeg om de titelsong van de tekenfilmserie Pokémon de Top 2000 ingestemd te krijgen. Op plek 166 zelfs, net boven ‘Youre the Devil in Disguise’ van Elvis Presley.

Het fascineert mij dat iedereen ‘Utereg me Stadsie’ kent, maar nauwelijks nog iemand weet wie dat liedje zo groot heeft gemaakt.

Bart Grimbergen, Filmmaker

Het klopt ook wel dat nogal wat liedjes in de lijst worden gezongen in moeders streektaal. Denk aan ‘Oerend Hard’ van Normaal in het Achterhoeks en ‘Op fietse’ van Skik in het Drents. In 2016 werd een poging ondernomen de Oeteldonkse kraker ‘En nou die hendjes de lucht in’ naar voren te schuiven. Dat moest de aandacht vestigen op de Brabantse carnavalscultuur. Rowwen Hèze is de band die Limburg in de Top 2000 heeft verankerd. Twee jaar geleden, ten slotte, werd vanuit Drunen actie gevoerd om ‘Het Land van Maas en Waal’ van Boudewijn de Groot op te stuwen in de lijst. Dat lukte, maar slechts een beetje: het steeg van plaats 1148 naar 1059.

‘Herman zong op mijn feestje’

Joop de Jager is Utrechter in hart en nieren, hoewel hij tegenwoordig in Biddinghuizen woont. „Maar ik kom geregeld in de stad en als ik door de Zadelstraat loop voel ik meteen weer het echte Utrecht waar ik zo geweldig van geniet.”

 

Bij FC Utrecht werd Herman Berkien op handen gedragen, veel clubliedjes staan op zijn naam.

Bij FC Utrecht werd Herman Berkien op handen gedragen, veel clubliedjes staan op zijn naam.

Hij is vanzelfsprekend supporter van FC Utrecht. In de Galgenwaard worden de clubliedjes van Herman Berkien trouw gezongen; de cabaretier was er kind aan huis. De Jager: „Op mijn vijftigste verjaardag heeft Herman op mijn feestje gezongen. Een half uurtje, het was een groot succes. Ik heb ook vrienden die voor Ajax of Feijenoord zijn, zij moesten verplicht een Utrecht-sjaaltje om en meezingen. Herman vond het prachtig.” 

Op het Ledig Erf staat sinds 2008 Berkiens standbeeld, niet ver van de werfkelders waarin hij zijn carrière begon. Over zijn leven en werk maakten Floris Meinardi en Bart Grimbergen in 2020 de documentaire De Clown van Utereg. Zij lieten een volkse komiek zien die onbedaarlijk moppen wilde tappen en vrolijke - schuine - liedjes zingen, maar die gaandeweg steeds dieper gebukt ging onder angsten en fobieën die ervoor zorgden dat hij op het laatst Utrecht nog maar zelden durfde te verlaten.

 

Het standbeeld van Herman Berkien op het Ledig Erf.

Het standbeeld van Herman Berkien op het Ledig Erf.

De lach aan zijn kont

„Herman had de lach aan zijn kont”, zei filmmaker Bart Grimbergen. „Zoals ook Toon Hermans en André van Duin dat hadden. Zij hoefden het podium maar op te lopen en de zaal lag plat. Dat is een aangeboren talent. Het fascineert mij dat iedereen ‘Utereg me Stadsie’ kent, maar nauwelijks nog iemand weet wie dat liedje zo groot heeft gemaakt.”

En Floris Meinardi: „Herman spiegelde zich in de tragiek van de clown. De lach en de traan. Met zijn mimiek, die zware bril op dat smalle gezicht en de grote ogen achter die dikke glazen zag hij er ook clownesk uit. Zelfs een beetje schlemielig. Dat koesterde hij.”

Herman Berkien rolde min of meer toevallig in het cabaret. Hij was vaste bezoeker van het Muzeval Theater van Hennie Oliemuller en ging daar als barkeeper werken. Op een avond, zo wil het verhaal, moest hij zijn theedoek aan de kant leggen en zelf optreden omdat een artiest op het laatste nippertje had afgezegd. Dat viel bij hem én het publiek in de smaak. Later werkte hij samen met Tineke Schouten, met wie hij volle zalen trok.

Retteketet, zei tante Jet

Het hoogtepunt van Herman Berkiens roem lag in de jaren 70. Hij had populaire liedjes in de hitparade als ‘Waar is toch mijn caravan?’ en ‘Retteketet, zei tante Jet’. Zijn shows waren in het hele land te zien, Herman verscheen steeds vaker op televisie. Maar stilaan werd hij steeds angstiger. Hij raakte in de greep van watervrees, hoogtevrees en - zoals hij zelf zei - ‘nog een stuk of 76 andere fobieën’. Bovendien lustte hij meer borrels dan goed voor hem was.

Jammer dat hij het zelf niet meer kan meemaken. Hij zou enorm trots zijn geweest

Inge Hansen, Weduwe Herman Berkien

De met tragiek omgeven Utrechtse grappenmaker in de Top 2000 terugzien, zou zijn weduwe Inge Hansen fantastisch vinden. „Vooral voor Herman zelf, al heeft hij er niks meer aan. Jammer dat hij het niet meer kan meemaken. Hij zou enorm trots zijn geweest.”

De twee leerden elkaar kennen in een kroegje in Lunetten, waar ze bij elkaar om de hoek woonden. „Herman zou een feestje geven voor zijn verjaardag. Hij had geen auto en ik wel, ik heb toen aangeboden samen de boodschappen te gaan halen. Dat waren er zo veel dat hij er vervolgens niet onderuit kon mij ook voor dat feestje uit te nodigen. Zo zijn we bij elkaar gekomen.”

 

Inge en Herman in het Diakonessenhuis, waar Berkien werd behandeld tegen endeldarmkanker. Hij noemde het ziekenhuis steevast ‘het Delicatessenhuis’.

Inge en Herman in het Diakonessenhuis, waar Berkien werd behandeld tegen endeldarmkanker. Hij noemde het ziekenhuis steevast ‘het Delicatessenhuis’.

Inge was jarenlang zijn manager, chauffeur en steun en toeverlaat. De twee bleven samen tot aan Berkiens dood in 2005. „In januari van dat jaar zei de dokter tegen Herman dat hij genezen was en dat hij daarom gerust weer een feestje kon geven. Dat hebben we ook nog gedaan, in mei. Maar toen was hij al graatmager, want Herman was dus níet genezen.”

Liefde voor de stad zit diep

Inmiddels is Inge hertrouwd met Carl Hansen, met wie ze afgelopen voorjaar emigreerde naar Spanje. Maar ook daar is Utrecht voor haar nooit ver weg, de liefde voor de stad zit ook bij haar diep. „Dat Joop de Jager die actie is begonnen, vind ik hartstikke leuk. Eerlijk gezegd luister ik nooit naar de Top 2000, maar dit jaar ga ik het toch maar eens doen. En natuurlijk: ik ga ook stemmen, op ‘Utereg me stadsie.”