|
"Het Laatste
Nieuws" |
| Surprise-Party voor Herman Berkien. |
|
Het juiste woord om de avond te omschrijven zegt Herman is "Hartverwarmend" en dat was het ook. Namens Herman bedankt !!! Wij willen Jeroen Stoops vriendelijk danken voor het maken van een prachtige fotoreportage. Lees hieronder het verslag uit het Utrechts Nieuwsblad: Fenomeen zette Utrechts accent op de kaart Surpriseparty voor verlegen Berkien. Door Ton van den Berg UTRECHT - Mister Utereg, de koning van het Utrechtse lied, voorzanger bij FC Utrecht: Herman Berkien. Hij wordt 60 dit jaar, hij is 40 jaar artiest en inmiddels 10 jaar getrouwd met zijn Inge. En vorige week kreeg hij ook nog eens een lintje van de koningin. Dat was goed voor een feestje, een surpriseparty woensdagavond in het Jacobitheater. Herreman dacht dat hij moest optreden voor een zaal ambtenaren van de gemeente Utrecht, maar hij trof tientallen vrienden en kennissen in het theater waar hij nog zo veel herinneringen aan heeft. In de jaren tachtig trad hij er regelmatig op. "Ik dacht al: wat zijn er veel ambtenaren?", zegt Berkien na afloop van zijn mini-optreden, waar hij natuurlijk 'Utereg me stadje' zingt. Het is zijn lijflied. Volgens kenners een beetje gepikt van zijn leermeester Hennie Oliemuller (deze week twee jaar geleden overleden), maar door Berkien groot gemaakt. Als het lied voorbij is, zet het publiek 'lang zal hij leven in'. Berkien is verrast en maakt een verlegen indruk. Van Jacques (Manuelaaaaa...) Herb krijgt hij een ingelijste jubileum-cd met de titel Bes Tof. "Ik zal 'm ophangen in het toilet", belooft Berkien. Met zijn vrouw Inge gaat hij vooraan bij het podium zitten. De man die weet te jongleren met de 'Uteregse toal' is de rest van de avond een bescheiden mens van weinig woorden. Hij nipt van een sherry en geeft artiesten (onder wie de Utrechtse volkszangers Winnie en Martin van Doorn) na afloop van hun optreden een hand of een zoen. Een korte ode is er van Ome Cor's Showduo. Het tweetal zingt hardop bewondering te hebben voor de man die Herman Brood en Freddy Heineken wist te overleven. "Herman is de grootvader van het Utrechtse amusement", zegt Ome Cor (Joris Linssen) later. Een typering die Berkien graag mag horen, maar waaraan hij liever toch een nuancering geeft. "Grootvader? Dat was volgens mij toch echt Hennie Oliemuller. Van hem hebben we het vak geleerd". Rasartiest Bram Biesterveld (Pommetje Horlepiep) zingt en danst voor Berkien. Joop Reynolds, Utrechts bekendste pianist, brengt een onderscheiding mee voor Berkien: een zilveren Domtorentje. Kapper en feestvierder Herman Servaas zet zijn felrode feestneus te pas en te onpas op. "Die feestneus heb ik altijd bij me. Ook bij begrafenissen". Vara-deejay Fred Siebelink kent Berkien nog uit de tijd dat de Utrechtse zanger vaak te gast was bij de lokale stadsomroep. "Herman is een held", zegt Siebelink. "Als je nummers hebt geschreven als 'Waar is toch m'n caravan?", en de onderschatte klassieker 'Retteketet, zei m'n tante Jet, ik heb jeuk aan m'n schuiftrompet', dan kun je gerust spreken van een fenomeen. Herman heeft het uitstervende Utrechtse accent echt op de kaart gezet". Als het aan Berkien ligt is er nog niets uitgestorven. Hij gaat door met teksten en muziek maken. Fan van het eerste uur Hennie Ploeg is daar blij mee. Maar voor hem is Berkien vooral dat jochie dat eind jaren zeventig en begin jaren tachtig het publiek plat kreeg met zijn unieke Uteregse humor in de Stichtse Taveerne in de Twijnstraat en later het (bijna vergeten) Mirliton-theater op Hoog Catharijne. Ploeg: "Cabaret in Utrecht stelt tegenwoordig bijna niets meer voor. In het Mirliton stond Herman avond aan avond en het was geweldig". Berkien herinnert zich ook die tijd, toen Tineke Schouten nog bij hem in de schaduw stond. "Maar het is niet voorbij", zegt Berkien. "Dit is niet het einde. Deze surpriseparty is een etappe overwinning. Ik ga gewoon door. Het publiek vindt het nog steeds leuk en ik ook".
|