'Utreg me stadsie’
kennen we allemaal, maar wat is eigenlijk het verhaal van vertolker
Herman Berkien?
Bron:
https://www.ad.nl/utrecht/
Gepubliceerd op 20 juni 2020
‘Utreg me stadsie’ kennen we
allemaal, maar wat is eigenlijk het verhaal van vertolker Herman
Berkien?
Herman Berkien, wie was dat eigenlijk? Deze vraag loopt als een rode
draad door de documentaire die Utrechters Floris Meinardi en Bart
Grimbergen hebben gemaakt over het leven van de volkse cabaretier en
vertolker van het officieuze Utrechtse volkslied, Utereg me Stadsie.
Maandag is het precies vijftien jaar geleden dat Berkien overleed.
Hij stierf 63 jaar oud in het Diaconessenhuis aan de gevolgen van
kanker, nadat hij eerder genezen was verklaard. Op het Ledig Erf
staat sinds 2008 zijn standbeeld, een paar honderd meter van de
werfkelder aan de Twijnstraat waar hij zijn eerste stappen zette in
de wereld van het cabaret.
Wereldberoemd werd Herman Berkien in Utrecht. Landelijke bekendheid
verwierf hij vooral in de tweede helft van de jaren 70. Toen stond
hij samen met Tineke Schouten in het Mirliton Theater in
winkelcentrum Hoog Catharijne. De rijzende ster van Tineke
verbleekte nadien nooit meer, maar die van Herman verloor met het
jaar meer glans.
Lach aan zijn kont
Bart Grimbergen: 'Herman had de lach
aan zijn kont, zoals ook Toon Hermans en André van Duijn. Zij
hoefden het podium maar op te lopen en de zaal lag plat. Dat is een
aangeboren talent, dat kun je niet leren. Het fascineert mij enorm
waarom iedereen Utereg me Stadsie kent, maar nauwelijks nog iemand
weet wie dat liedje zo groot heeft gemaakt.'
Van Herman Berkien werd op het Ledig Erf in Utrecht een standbeeld
onthuld.
Behalve moppen tappen en liedjes zingen, schilderde Berkien. Bij
voorkeur clowns. 'Ik denk dat het stiekem zelfportretten waren',
zegt Floris Meinardi. 'Herman spiegelde zich in de tragiek van de
clown. De lach en de traan. Met zijn mimiek, die zware bril op dat
smalle gezicht en de grote ogen achter hun dikke glazen zag hij er
ook clownesk uit. Zelfs een beetje schlemielig. Dat koesterde hij.'
Tragiek
Meinardi maakte eerder een film over
Hennie Oliemuller, de nestor van het Utrechts cabaret. Grimbergen
maakte onder meer een film over Marnix Rueb, de tekenaar van
stripfiguur Haagse Harry. Hij zegt: 'De tragiek die aan sommige
mensen kleeft, is wat hen tegelijk zo interessant maakt. Floris en
ik zijn geen psychologen, maar in onze film gaan we toch op zoek
naar de man die schuilging achter het masker dat Herman Berkien
droeg.'
Ze troffen een andere Herman dan de olijke grappenmaker die met
joviale liedjes als Waar is toch mijn caravan? en Retteketet, zei
tante Jet zijn weg naar de hitparade had gevonden. Zijn hoogtijdagen
lagen in de jaren 70. Shows liepen als een trein, hij trad op door
het hele land en was steeds vaker op televisie te zien. Berkien had
bovendien een groot voetbalhart, dat uiteraard lag bij FC Utrecht.
Hij zong talrijke clubliederen. De Galgenwaard was voor hem één
groot podium. Beelden van optredens in het stadion laten uitzinnige
fans zien die op de stoeltjes staan mee te zingen. 'Kippenvel', zegt
Grimbergen. 'Dat is iets wat we echt niet moeten vergeten: Berkien
is een hele grote geweest.'
Fobieën
Aan de hand van gesprekken met mensen
die met de cabaretier hebben samengewerkt en getuigenissen uit zijn
privé-omgeving, schetst de film het beeld van een komisch en
tekstueel begaafd talent. Maar ook van een man die stilaan angstiger
werd en in de greep raakte van watervrees, hoogtevrees en — zoals
hij zelf zei — ‘nog een stuk of 76 andere fobieën’. Daarbij voegde
zich ook nog eens Koning Alcohol.
Floris Meinardi: 'Herman had geen rijbewijs. Hij liet zich rijden.
Er moesten allerlei ingewikkelde en omslachtige routes worden
uitgestippeld om onderweg waterpartijen te vermijden. Maar het ging
van kwaad tot erger. Op het laatst zat een optreden in Limburg er
gewoon niet meer in.'
Grappenmakerij
Zo werd Herman Berkien min of meer
teruggeworpen op zijn Utrecht. 'Het leven heeft Herman best hard
geraakt. Zijn vader stierf al jong. Een broer kwam om bij een
auto-ongeluk. Maar het blijft gissen, waar zijn angsten vandaan
kwamen. Achter al die grappenmakerij heeft Herman Berkien nooit veel
van zichzelf willen laten zien.'
In 2002 werd Berkien koninklijk onderscheiden. Twee jaar later kreeg
hij de Utrechtse stadsspeld. Judoka Anton Geesink, naast paus
Adrianus nóg een Utrechter met een eigen standbeeld, kreeg in 2005
het eerste exemplaar van een biografie over Herman Berkien
uitgereikt.
Floris Meinardi: 'Herman had vandaag net zo groot kunnen zijn als
Tineke Schouten, het talent had hij ervoor.' Komt er een
Berkien-revival? De filmmakers zijn daarover eensgezind: 'We gunnen
het de man. En zijn liedjes verdienen het.'
De film De Clown van Utereg gaat in september in première in het
Louis Hartloopercomplex in Utrecht.
PS:
Vraag aan de lezer van dit
artikel:
Het lied Utereg me Stadsie kent
iedereen. Maar wie was de maker ervan, Herman Berkien?
|