"Het Laatste
Nieuws" |
Utereg Me Stadsie door Bert van Zantwijk Bron: https://bertvanzantwijk.com/2020/04/05/utereg-me-stadsie/ Op internet vonden wij een artikel over, onder andere, Herman Berkien van Bert van Zantwijk, met enige gechargeerde uitspraken, die wij hier laten zien, en toch willen tegenspreken, omdat het glas volgens ons net zo goed half vol, waar hij volgens Bert van Zantwijk, eerder half leeg kan zijn, Wij prefereren meer het half volle glas, dan het misantropische half lege glas, is dat niet een veel fijnere levenshouding? Volgens ons schuilt er meer volmaaktheid in het onvolmaakte, dan de afgoderij voor, of afgunst naar, het 'volmaakte', het 'grote', of 'beroemde'. Een vrolijke illustratie van onze overtuiging mag een simpel geserveerd glas port zijn, technisch gesproken altijd voor de helft ingeschonken, geldt het glas met deze specifieke inhoud toch altijd als een vol glas, en ja, Herman hield van port, maar niet vanwege een vermeend alcoholprobleem, hij genoot er immers van ! Het zogenaamde alcoholprobleem is meestal wat andere mensen er als probleem van maken, zoiets van een ander zeggen vinden wij neerbuigend en paternalistisch. Maar vooruit, laten we met deze instelling eens zien of we enkele citaten uit bovenstaand artikel van ons eigen inzicht op Herman activiteiten kunnen voorzien; De sketches waren niet veel meer dan een plat Utrechts pratend typetje, kaliber ´man in stofjas´, dat een verhaaltje vertelde waarin een paar flauwe mopjes aan elkaar werden gepraat. ´Komt er een man naar me toe die vraagt: meneer Berkien, mag ik bij u komme werke? Ik zeg: Jawel, dat mag. Hij zegt: Wat ken ik beure dan? Ik zeg: Me koffers.´ Ha, ha ! Wij moeten daar alweer om lachen ! Herman was een rashumorist in hart en nieren, ook een taalpurist, maar dit terzijde, want daar ging het juist om, zijn talent betrof de droge humor ! Wij zouden eerder zeggen, Herman was de koning van de droge humor ! En wat is er leuker in Utrecht, dan een plat Utrechts pratend typetje ? Daarmee heeft Herman de inwoners van Utrecht, en vooral de 'gewone' man een grote dienst en eer bewezen ! Zo kijken wij liever naar Herman, dan naar de misnoegde woorden van een zure Telegraaf-journaliste, die toevallig ook tussen het publiek zat, en van het hele gebeuren niets begrepen heeft. Het moet voor Herman Berkien een hard gelag zijn geweest dat zijn voormalige assistente Tineke Schouten landelijke bekendheid kreeg met plat Utrechts pratende typetjes als Lenie uit de Takkestraat en Bep Lachebek. Onze ogen vallen uit de kassen, wij hebben niets, maar dan ook echt nooit iets gehoord over enig onbehagen uit de mond van Herman, omtrent de furore die Tineke Schouten landelijk maakte, hij heeft het haar immers altijd van harte gegund, dat zij die mogelijkheden aangreep, Herman zelf echter, heeft die stappen nooit genomen, omdat hij honderd procent tevreden was met hetgeen hij in zijn hoofd had, gewoon een aantal mensen een avond in een zaal vermaken, en of dat in Utrecht, of waar ook in Nederland was, dat maakte hem geen verschil. Overigens was Hennie Oliemuller hierover dezelfde mening toegedaan. Zelf bleef Herman tijdens zijn hele carrière een B-artiest, wereldberoemd in de stad Utrecht maar aangewezen op het schnabbelcircuit in de rest van het land. Wat een zuur schrijfsel, leuk gevonden hoor, 'wereldberoemd in Utrecht', en het is nog waar ook, maar daar was hij samen met Oliemullier toch echt de leukste, en zeker niet 'aangewezen op het schnabbelcircuit in de rest van het land', omdat hij daar juist bewust voor gekozen had, om hier in Utrecht zijn artistieke talent te laten gelden, waar die het meest aansloot bij zijn eigen gevoel over hoe, waar, wanneer en waarmee je iets leuk kunt laten zijn, en het inzicht dat echt goede humor nooit maatstaf is voor het ook hebben van nationale beroemdheid, wij durven zelfs het tegenovergestelde te beweren, in al het kleine schuilt het grote, voor ons is het halve glas tot de rand gevuld met een integere instelling en een uitermate bevredigd vervullen van ultieme werklust. Aanvankelijk zou Herman Berkien met Tineke meeverhuizen naar het Jacobi Theater, maar op het laatste moment zag hij daar toch van af. Mogelijk heeft zijn faalangst hierbij een rol gespeeld. Herman had een angststoornis, met onder meer hoogtevrees en watervrees. Zijn faalangst zorgde er voor dat hij bang was voor vernieuwing en vaak terugviel op oude nummers die eerder succesvol waren gebleken. Nee, Herman had geen 'angststoornis', hij had hoogtevrees en watervrees, maar faalangst hebben wij bij Herman nooit kunnen bespeuren, zenuwachtig voor een optreden, ja, maar dat ging op toneel over, zoals bij veel andere artiesten, het kiezen van oude nummers werd gedaan omdat het nu eenmaal zo in zijn hoofd zat; dat je mensen blij kunt maken met iets wat ze al kennen, waarmee ze vertrouwd zijn, ook dat is onderdeel van de zienswijze op humor van Herman - op zich al een mop, dat je dat 'durft' te doen -, maar het had niets te maken met angst voor vernieuwing, het had te maken met gezelligheid, eigenheid, de kracht van herhaling, die ook in de humor, veel groter is dan menigeen zou denken ! Zo je zie maar, 'de beste stuurlui staan aan wal', er staan een hoop wetenswaardigheden in het artikel van Bert van Zandwijk, maar voor het echte verhaal over de gebeurtenissen in het leven van Herman, had hij zich beter in de persoon van Herman Berkien zelf moeten verdiepen, en dat verhaal was zeker niet zo zwart wit en zuur, zoals hij het met zijn pen in bovenstaand artikel heeft beschreven !
|